Fasering in de weekendleefgroep
Fasering groeide vanuit de behoefte om het leefgroepwerk op een meer gestructureerde, systematische en gevisualiseerde manier vorm te geven. Door deze werkvorm te hanteren zijn jongeren in staat mee te participeren in hun eigen traject binnen ter Wende. Fasering is een middel en geen doel op zich. Tevens biedt fasering de jongere meer inzicht in het doel van zijn verblijf.
Het faseringsproject binnen de weekendleefgroep neemt de jongeren mee in een reis doorheen de ruimte en wordt gevisualiseerd door middel van ons zonnestelsel. De jongere onderneemt in zijn ruimteschip een reis langs de planeten met als ultieme doelstelling de zon te bereiken. Door een goede score kan de jongere naar een volgende fase overgaan.
Fasering wil de positieve krachten en eigenschappen van de jongere optimaal benadrukken. Samen met de jongere positief gedrag oefenen en aanleren is onze uitdaging. De verwachtingen t.a.v. de jongere zullen zo concreet mogelijk worden geformuleerd. Bij positieve evoluties zal dit positief worden bekrachtigd.
Elke fase waarin de jongere zich bevindt heeft specifieke kenmerken. Door het opvallend visualiseren van de verschillende fases en de plaats die de jongere hierbij inneemt, zal de gemaakte progressie voor iedereen zichtbaar zijn. Jongeren kunnen elkaar op deze manier steunen en stimuleren in het bereiken van de vooropgestelde doelen. Door regelmatig te scoren (per dag) hebben jongeren zelf de controle over het tempo van de vorderingen in hun traject en leerproces.
Het faseringsproject binnen de weekendleefgroep neemt de jongeren mee in een reis doorheen de ruimte en wordt gevisualiseerd door middel van ons zonnestelsel. De jongere onderneemt in zijn ruimteschip een reis langs de planeten met als ultieme doelstelling de zon te bereiken. Door een goede score kan de jongere naar een volgende fase overgaan.
Fasering wil de positieve krachten en eigenschappen van de jongere optimaal benadrukken. Samen met de jongere positief gedrag oefenen en aanleren is onze uitdaging. De verwachtingen t.a.v. de jongere zullen zo concreet mogelijk worden geformuleerd. Bij positieve evoluties zal dit positief worden bekrachtigd.
Elke fase waarin de jongere zich bevindt heeft specifieke kenmerken. Door het opvallend visualiseren van de verschillende fases en de plaats die de jongere hierbij inneemt, zal de gemaakte progressie voor iedereen zichtbaar zijn. Jongeren kunnen elkaar op deze manier steunen en stimuleren in het bereiken van de vooropgestelde doelen. Door regelmatig te scoren (per dag) hebben jongeren zelf de controle over het tempo van de vorderingen in hun traject en leerproces.
Fase 1 : LANCERING
Het is de bedoeling dat de jongere in deze fase “gelanceerd” wordt in het faseringssysteem en de weekendleefgroep.
De jongere maakt kennis met de weekendleefgroep, de leefregels, de andere jongeren en de groepsleiding. De jongere krijgt zijn “astronautenbrevet” waarop (in de tweede fase) zijn kwaliteiten in de verf gezet worden. Tevens worden hierop werkpunten en scoring ingevuld. De jongere knutselt samen met de hulp van een groepsleider een ruimteschip en zoekt een fictieve astronautennaam. Dit is het medium van de jongere om zijn reis aan te vatten. Er zal ook een foto genomen worden van de astronaut. Deze foto komt tevens op het astronautenbrevet.
Ook jongeren die slechts sporadisch in weekend zijn beginnen altijd in deze eerste fase en dit ongeacht de fase waarin de jongere zich op dat moment in de weekleefgroep bevindt. Gezien het feit dat de jongere zich hierdoor in een nieuwe situatie bevindt is het nodig dat de jongere deze fase ook doorloopt.
In deze fase, die 4 weekends duurt wordt de jongere gescoord op zijn werk- en leerpunten. Evt. werkpunten vanuit de weeksituatie en werkpunten gerelateerd aan het weekendsysteem. Na ongeveer 4 weekends kan de jongere de overstap maken naar de 2de fase. Hij/zij doet dit door zijn ruimteschip op het faseringsbord te verplaatsen en wordt beloond met een luid applaus van de leefgroep.
Het is de bedoeling dat de jongere in deze fase “gelanceerd” wordt in het faseringssysteem en de weekendleefgroep.
De jongere maakt kennis met de weekendleefgroep, de leefregels, de andere jongeren en de groepsleiding. De jongere krijgt zijn “astronautenbrevet” waarop (in de tweede fase) zijn kwaliteiten in de verf gezet worden. Tevens worden hierop werkpunten en scoring ingevuld. De jongere knutselt samen met de hulp van een groepsleider een ruimteschip en zoekt een fictieve astronautennaam. Dit is het medium van de jongere om zijn reis aan te vatten. Er zal ook een foto genomen worden van de astronaut. Deze foto komt tevens op het astronautenbrevet.
Ook jongeren die slechts sporadisch in weekend zijn beginnen altijd in deze eerste fase en dit ongeacht de fase waarin de jongere zich op dat moment in de weekleefgroep bevindt. Gezien het feit dat de jongere zich hierdoor in een nieuwe situatie bevindt is het nodig dat de jongere deze fase ook doorloopt.
In deze fase, die 4 weekends duurt wordt de jongere gescoord op zijn werk- en leerpunten. Evt. werkpunten vanuit de weeksituatie en werkpunten gerelateerd aan het weekendsysteem. Na ongeveer 4 weekends kan de jongere de overstap maken naar de 2de fase. Hij/zij doet dit door zijn ruimteschip op het faseringsbord te verplaatsen en wordt beloond met een luid applaus van de leefgroep.
Fase 2 : LEER JE SCHIP BESTUREN
Tijdens deze 2e fase wordt over het algemeen dezelfde werkwijze toegepast als in de 1e fase. Het verschil is dat de nadruk vooral gelegd wordt op de “kwaliteiten” van de jongere. Samen met de weekgroepsleiding, weekendgroepsleiding en de andere jongeren in het weekend worden de positieve eigenschappen van de jongere in kaart gebracht. Deze worden ingevuld op het ‘astronautenbrevet’ dat uitvergroot in de leefgroep opgehangen wordt (op het scoringsbord.)
De werkpunten in deze fase worden in samenspraak tijdens de overdracht met de weekleefgroep op het astronautenbrevet aangebracht. Werkpunten worden op een positieve manier geformuleerd. Het vooropgestelde werkpunt moet voor de jongere duidelijk en haalbaar zijn. Het wordt geformuleerd in Ik-boodschappen.
Deze werkpunten worden samen met de jongere besproken zodat de jongere weet wat er van hem verwacht wordt. Dit om een goede score te kunnen behalen. Aan de hand van deze criteria wordt de jongere in de loop van het weekend gescoord. Bij een positieve score verdient de jongere een beloning aangepast aan de leeftijd en eigenheid van de jongere (beloningsdraaiboek per leefgroep.)
Na 4 weekends worden de werkpunten samen met de jongere besproken en eventueel aangepast naargelang de evolutie die de jongere heeft doorgemaakt. Wanneer de jongere een werkpunt onder de knie heeft kan er samen gezocht worden naar een nieuw werkpunt. Als een werkpunt te hoog gegrepen bleek kan dit eventueel afgezwakt of aangepast worden.
Gelijklopend met de weekleefgroep gaat de jongere op het tijdstip van de synthesebespreking over naar de volgende fase. Als de synthesebespreking door omstandigheden (vb. verlof) verlaat is, gaat de jongere toch al over naar de 3de fase.
Tijdens deze 2e fase wordt over het algemeen dezelfde werkwijze toegepast als in de 1e fase. Het verschil is dat de nadruk vooral gelegd wordt op de “kwaliteiten” van de jongere. Samen met de weekgroepsleiding, weekendgroepsleiding en de andere jongeren in het weekend worden de positieve eigenschappen van de jongere in kaart gebracht. Deze worden ingevuld op het ‘astronautenbrevet’ dat uitvergroot in de leefgroep opgehangen wordt (op het scoringsbord.)
De werkpunten in deze fase worden in samenspraak tijdens de overdracht met de weekleefgroep op het astronautenbrevet aangebracht. Werkpunten worden op een positieve manier geformuleerd. Het vooropgestelde werkpunt moet voor de jongere duidelijk en haalbaar zijn. Het wordt geformuleerd in Ik-boodschappen.
Deze werkpunten worden samen met de jongere besproken zodat de jongere weet wat er van hem verwacht wordt. Dit om een goede score te kunnen behalen. Aan de hand van deze criteria wordt de jongere in de loop van het weekend gescoord. Bij een positieve score verdient de jongere een beloning aangepast aan de leeftijd en eigenheid van de jongere (beloningsdraaiboek per leefgroep.)
Na 4 weekends worden de werkpunten samen met de jongere besproken en eventueel aangepast naargelang de evolutie die de jongere heeft doorgemaakt. Wanneer de jongere een werkpunt onder de knie heeft kan er samen gezocht worden naar een nieuw werkpunt. Als een werkpunt te hoog gegrepen bleek kan dit eventueel afgezwakt of aangepast worden.
Gelijklopend met de weekleefgroep gaat de jongere op het tijdstip van de synthesebespreking over naar de volgende fase. Als de synthesebespreking door omstandigheden (vb. verlof) verlaat is, gaat de jongere toch al over naar de 3de fase.
Fase 3 : ONTDEK JE PLANETEN
De jongere is nu goed ingeburgerd in het weekendgebeuren.
We gaan ons nu vooral concentreren op de specifieke werkpunten van elke jongere. Een hogere fase vraagt een grotere inspanning om een werkpunt positief te kunnen evalueren. Daar dit tevens de langste fase is kan de jongere hier ook het meeste werk verrichten en met zichzelf en zijn werkpunten aan de slag gaan.
Samen met de jongere en de weekbegeleiding kiezen we één belangrijk werkpunt waarrond we samen gaan werken. Naarmate de jongere op dit werkpunt vorderingen maakt kunnen we een bijkomend werkpunt invoeren. Het eerst gekozen werkpunt blijft verder bestaan maar kan meer naar de achtergrond verschoven worden als de jongere het zich eigen gemaakt heeft.
Tijdens deze 3de fase kan een jongere, rekening houdend met zijn capaciteiten en beperkingen, maximaal 4 werkpunten krijgen.
Deze fase is onderverdeeld in 8 kleuren en 8 planeten. Onderaan de kleur hangt de naam van de planeet. Elke planeet heeft zijn kleurtje. De planeet waarop de jongere zich bevindt gaat samen met de kleur waaronder zijn astronautennaam hangt.
De jongeren worden elk weekend verder gescoord op hun werkpunten en op het naleven van de algemene leefregels. Er wordt niet gescoord op het feit of een werkpunt al dan niet verworven is. Wel of er vorderingen gemaakt werden ten opzichte van de voorgaande weekends. Bij het verwerven en het zich eigen maken van een werkpunt zal dit werkpunt op het astronautenbrevet met kleur gemarkeerd worden.
De jongere is nu goed ingeburgerd in het weekendgebeuren.
We gaan ons nu vooral concentreren op de specifieke werkpunten van elke jongere. Een hogere fase vraagt een grotere inspanning om een werkpunt positief te kunnen evalueren. Daar dit tevens de langste fase is kan de jongere hier ook het meeste werk verrichten en met zichzelf en zijn werkpunten aan de slag gaan.
Samen met de jongere en de weekbegeleiding kiezen we één belangrijk werkpunt waarrond we samen gaan werken. Naarmate de jongere op dit werkpunt vorderingen maakt kunnen we een bijkomend werkpunt invoeren. Het eerst gekozen werkpunt blijft verder bestaan maar kan meer naar de achtergrond verschoven worden als de jongere het zich eigen gemaakt heeft.
Tijdens deze 3de fase kan een jongere, rekening houdend met zijn capaciteiten en beperkingen, maximaal 4 werkpunten krijgen.
Deze fase is onderverdeeld in 8 kleuren en 8 planeten. Onderaan de kleur hangt de naam van de planeet. Elke planeet heeft zijn kleurtje. De planeet waarop de jongere zich bevindt gaat samen met de kleur waaronder zijn astronautennaam hangt.
De jongeren worden elk weekend verder gescoord op hun werkpunten en op het naleven van de algemene leefregels. Er wordt niet gescoord op het feit of een werkpunt al dan niet verworven is. Wel of er vorderingen gemaakt werden ten opzichte van de voorgaande weekends. Bij het verwerven en het zich eigen maken van een werkpunt zal dit werkpunt op het astronautenbrevet met kleur gemarkeerd worden.
Fase 4 : OP WEG NAAR DE ZON
Deze fase valt samen met het moment dat er duidelijkheid is rond het vertrek van de jongere. De jongere gaat naar huis, naar een andere voorziening, op kamertraining, enz. …
De werkpunten worden nu aangepast aan de “toekomstplannen”. Wat loopt goed en waar zal de jongere zeker nog aan moeten werken vooraleer hij/zij ter Wende verlaat. Waar moet de jongere nog aan werken om zijn oriëntatie maximale kans op slagen te geven.
De duur van deze fase hangt af van de uiteindelijke vertrekdatum.
Tijdens het laatste weekend voor zijn vertrek krijgt de jongere als afscheid een afdruk van “de zon”, met aan de achterkant de handtekeningen van de andere astronauten en de groepsleiding. Tevens krijgt de jongere zijn astronautenbrevet mee waarop zijn kwaliteiten en verworvenheden geformuleerd staan.
Deze fase valt samen met het moment dat er duidelijkheid is rond het vertrek van de jongere. De jongere gaat naar huis, naar een andere voorziening, op kamertraining, enz. …
De werkpunten worden nu aangepast aan de “toekomstplannen”. Wat loopt goed en waar zal de jongere zeker nog aan moeten werken vooraleer hij/zij ter Wende verlaat. Waar moet de jongere nog aan werken om zijn oriëntatie maximale kans op slagen te geven.
De duur van deze fase hangt af van de uiteindelijke vertrekdatum.
Tijdens het laatste weekend voor zijn vertrek krijgt de jongere als afscheid een afdruk van “de zon”, met aan de achterkant de handtekeningen van de andere astronauten en de groepsleiding. Tevens krijgt de jongere zijn astronautenbrevet mee waarop zijn kwaliteiten en verworvenheden geformuleerd staan.